Vrouwelijke kleding

Er zat vaak een verschil in de kleding tussen vrouwen. Dat had soms te maken met de hoeveelheid geld dat iemand had, maar ook met speciale gelegenheden. Iemand die getrouwd was en een gezin had droeg bijvoorbeeld een sluier of een hoofddoek. Er zat niet alleen verschil in de kleding maar ook in het haar. Als iemand boos was, deed ze haar haar los. Dat staat namelijk helemaal niet netjes! Veel Romeinse mannen hielden van vrouwen met blond haar. Veel vrouwen droegen dan een pruik of bleekten hun haar. Maar wat droegen vrouwen nou eigenlijk echt?

De tunica

Net zoals mannen droegen vrouwen een tunica. De tunica die vrouwen droegen was wel langer dan die van de mannen. De tunica van vrouwen hing vaak zelfs tot de voeten! Er waren twee verschillende soorten tunica's: een peplos en een chiton. De peplos bestond uit twee rechthoekige lappen. De zijkanten van die lappen werden bijna tot bovenaan dichtgenaaid. Zo bleven er flappen over en die flappen werden naar aan de voorkant en de achterkant naar beneden gevouwen. Die flap werd dan op de schouder vast gezet met een pin. Zo ontstond er een mouwloze jurk. Het verschil tussen een peplos en een chiton was dat de chiton veel breeder was dan de peplos. De chiton werd op de schouders met veel pinnen op gelijke afstanden dichtgemaakt. Daardat de stof heel breed was ontstond er door die techniek mouwtjes. 

Stola 

Sommige vrouwen droegen over hun tunica nog een jurk. Die jurk was wel wat losser en dunner dan de tunica. Zo’n jurk heette een stola. De stola hing vaak helemaal tot de enkels, maar soms zelfs nog tot over de voeten! De stola had vaak mouwen en werd met twee pinnen aan de schouders vast gemaakt.

Talla 

Mannen droegen een toga, maar vrouwen droegen een palla. De palla leek op de toga van mannen. De palla was een lange mantel en werd vaak over de stola en de tunica gedragen. Als eerste werd de palla gedrapeerd over de linkerschouder. Vanuit daar ging het over de rug en zo onder de rechterarm door. Als het onder de rechterarm geweest was, ging het over de buik weer terug naar de linkerschouder. Alleen getrouwde vrouwen droegen een palla.

Het haar

Veel vrouwen droegen hun haar in een knot. Als je wat deftiger haar wilde, deed je je haar ingewikkelder. Zoals vlechtjes.

Fibula 

De fibula was vroeger eigenlijk wat we nu kennen als een veiligheidsspeld. Met een fibula kon je je kleding vast zetten, zodat het niet elke keer weg gleed.

Schoenen

Romeinen droegen vaak sandalen. Ze droegen niet alleen sandalen, maar ook leren schoenen. Ze hadden niet alleen sandalen, omdat je daar geen lange stukken mee kon lopen. Daar hadden ze de leren schoenen voor gemaakt. Die schoenen hadden ijzeren spijkers in de zool. Die diende ervoor dat de schoenen niet zo snel gingen slijten en langer mee konden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb